Gezien in de Alentejo regio van Portugal. Jan-van-gent geluid
De Jan-van-gent (Morus bassanus of Sula bassana) is een vogel uit de familie van Genten (Sulidae). Het is een zeevogel met een groot verspreidingsgebied in de Noordzee en de Atlantische Oceaan.
Meer foto´s onderaan de pagina.
Het is een grote sigaarvormige vogel met lange, smalle vleugels. De volwassenen zijn door formaat, kleur en tekening goed te herkennen. Jonge vogels kunnen op het eerste gezicht op een grote pijlstormvogel lijken, maar zijn te herkennen aan een lange, spitse kop en snavel, spitse staart en karakteristieke bewegingen. Het verenkleed van de volwassen vogel wordt pas in het vierde tot zesde jaar verkregen. De okergele kop is buiten het broedseizoen bleker. Volwassen dieren zijn circa 90-100 centimeter groot. En kunnen als ze hun vleugel volledig uitstrekken 170-180 cm breed zijn. Het lichaam is wit, de staart puntig en hebben zwarte vleugelpunten. De kop is gelig met een blauwe oogring. Ze duiken op spectaculaire wijze naar vis.
Jan-van-genten broeden in de zomer op klippen op rotsige eilanden langs de oostkust van Canada, maar vooral rond de Britse Eilanden en verder bij Bretagne (Frankrijk), IJsland en Noorwegen en sinds 1991 ook op Helgoland. De kolonies bij Schotland op de eilanden Saint Kilda en Bass Rock behoren tot de grootste jan-van-gentenkolonies van de wereld.
De dieren overwinteren op zee en maken dan lange tochten tot in de Middellandse Zee en langs de kusten van de landen ronde deze zee en het Caraïbisch gebied en de Golf van Mexico. Net als Noordse stormvogels staan jan-van-gents erom bekend dat ze schepen volgen.
Het voorkomen langs de Nederlandse kust hangt sterk af van de beschikbaarheid van vissoorten in de kustwateren en de heersende windrichting is daarom niet altijd voorspelbaar. Uit tellingen verricht in de periode 1972 – 1993 blijkt dat de meeste jan-van-genten in de maand oktober worden waargenomen (gemiddeld 10-15 vogels per uur langstrekkend). In de winter is het aantal zeer laag, dan is er een piekje in de zomer met ongeveer 3 vogels per uur, dat daalt weer in augustus en stijgt snel in de herfst. Tellingen uit de jaren 1990 verricht vanuit schepen op het Nederlandse deel van de Noordzee wijzen uit dat daar in de zomer tenminste 5000 exemplaren voorkomen met een piek in de herfst van 36.000 exemplaren. Verder zijn er sporadisch waarnemingen in het binnenland, tot in Drenthe, Gelderland en Limburg. Meestal betreft dit met storm naar binnen gewaaide, verzwakte individuen.
Vogels kijken in de Alentejo regio van Portugal, vogelreis en excursies met Nederlandse gids.