De Alpengierzwaluw (Tachymarptis melba syn. Apus melba) is een soort gierzwaluw. Met een spanwijdte van 50 tot 58 centimeter en een gewicht tot 120 gram is deze zwaluw veel groter dan de Boerenzwaluw of Huiszwaluw. Hij is echter niet nauw verwant met deze zangvogelsoorten, aangezien hij bij de Gierzwaluwachtigen hoort.
Meer foto´s onderaan de pagina.
De vogel is groter dan de bekendere gierzwaluw. Hij is donkerbruin met een witte buik en keel, een korte gevorkte staart en erg lange naar achter stekende vleugels die doen denken aan een boemerang.
De soort heeft zeer korte poten die enkel gebruikt worden om zich vast te houden aan verticale oppervlaktes of om met soortgenoten te vechten. Zoals de gierzwaluw zullen ze ook nooit vrijwillig op een draad, een dakrand of op de grond landen. De vogel brengt het grootste deel van zijn leven in de lucht door. Bij een meting had een exemplaar van de soort zo’n 200 dagen onafgebroken in de lucht doorgebracht.
Alpengierzwaluwen broeden in kolonies in de bergen van het zuiden van Europa tot aan de Himalaya. Maar tegenwoordig komen ze meer en meer in steden voor, waar ze soms belangrijke kolonies vormen in kerken en oude gebouwen. Ze leggen 2 tot 3 eieren.