fbpx

Kerkuil

Gezien in de Alentejo regio van Portugal.                      Kerkuil geluid

De Kerkuil (Tyto alba) is een vogel uit de familie Tytonidae.

Zoals bij veel andere uilen (en ook roofvogels) is het vrouwtje iets groter en zwaarder dan het mannetje. De vogel heeft een dikke kop met donkere ogen en is aan de bovenzijde goudbruin gevlekt en aan de onderzijde licht gestippeld. Deze uil heeft lange poten en is ongeveer 29 tot 44 cm groot.

’s Nachts gaat de Kerkuil op zoek naar kleine knaagdieren en soms ook kleine vogels. Tijdens de jacht vliegt hij vooral laag over de grond. boomholten, ruïnes, schuren en bijgebouwen worden als nestruimte gebruikt door de Kerkuil.

Deze solitaire soort is zeer wijdverbreid en komt voor in Amerika, Europa, Azië, Australië en Afrika. Hij leeft in open of half-open laaglandgebieden waaronder cultuurland als steden, dorpen en landbouwgrond.

Het legsel bestaat uit vier tot zeven spierwitte eieren.

Tot in de jaren 1950 broedde er in Nederland tussen de 1800 en 3500 paar Kerkuilen. In de jaren 1960 ging dit hard achteruit. De strenge winter van 1963 bracht ook nog eens grote schade toe. Veranderingen in het agrarisch bedrijf, zoals de vervanging van graanschuren door voedersilo’s werkten ook nadelig, omdat deze schuren een geliefd jachtterrein waren van de Kerkuil. Na nog een strenge winter werd een dieptepunt bereikt in 1979 met hoogstens nog 100 broedparen Kerkuilen in Nederland.

Het plaatsen en onderhouden van speciale nestkasten voor deze uilensoort (in combinatie met zachte winters) bleek enorm succesvol. Hiervoor bestaat in Nederland een landelijke organisatie met ongeveer 1000 vrijwilligers die in 16 regio’s ruim 10.000 Kerkuilnestkasten beheren en controleren. Na 1989 ging het mede dankzij deze activiteiten steeds beter met de Kerkuil. In 2007 schatte SOVON het aantal broedparen op 1.150 – 2.000 paar. De vogel blijft nog wel bedreigd door de enorme toename van het autoverkeer en de eenvormigheid van het agrarische cultuurlandschap. Daarom staat de Kerkuil nog als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst.

De Kerkuil is ongeveer 35 cm groot en heeft een vleugelspanwijdte van 95 cm. De bovenzijde (rugzijde) heeft een goudbruine tot leigrijze grondkleur en is gespikkeld. De onderzijde varieert van roestbruin tot wit en kan al naargelang de verschillende ondersoorten helemaal wit tot gespikkeld zijn. Hij is zeer goed herkenbaar aan zijn hartvormig wit gezicht (de sluier), met de donkere ogen pal naar voor gericht.

In het wild worden Kerkuilen gemiddeld 4-6 jaar. In gevangenschap kunnen Kerkuilen 10-15 jaar oud worden, of meer, afhankelijk van de verzorging (dieet, behuizing enz.). De kortere levensduur in het wild is dikwijls te wijten aan verkeersongevallen en verdringing als gevolg van verstedelijking. Voortplanting geschiedt doorgaans na het tweede en derde levensjaar en begint meestal in april/maart. De broedperiode valt samen met een overvloed aan kleine knaagdieren en grote insecten in het voorjaar. Het mannetje lokt het vrouwtje, dat tot twee keer per jaar een legsel produceert. Een legsel bestaat uit 3-7 eieren. Na het uitkomen van de eieren brengt het mannetje voedsel naar het nest dat door het vrouwtje wordt bewaakt. Kerkuilen nestelen doorgaans in donkere, verscholen ruimten in schuren van boerderijen, kerktorens of andere gebouwen waar ze in en uit kunnen vliegen. Dit is meestal in de nabijheid van een bosrijke omgeving met weilanden waar ze goed kunnen jagen. Kerkuilen vormen zogenaamde broedparen en wisselen niet van partner. Dit is in gevangenschap ook het geval.

 

Vogels kijken in de Alentejo regio van Portugal. Vogelhut, Vogelreis en Vogelexcursies met Nederlandse vogelgids.

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x