Gezien in de Alentejo regio van Portugal. Slechtvalk geluid
De Slechtvalk (Falco peregrinus) behoort tot de grootste valken. De prooi wordt in een snelle duikvlucht geslagen en is meestal op slag dood. De prooien zijn meestal vogels (duiven, eenden …), maar soms worden ook andere dieren (die op de grond leven) gegrepen. De valk komt voor over de hele wereld en er worden 19 ondersoorten onderscheiden.
In de jaren 1960 kreeg de soort in Europa bijna de doodsteek wegens het overmatige gebruik van DDT. Sinds het verbod op gechloreerde koolwaterstoffen (insecticiden waaronder DDT) en hun wettelijke bescherming in verschillende landen zijn ze opnieuw aan een opmars bezig. In Nederland en België is deze vogel steeds vaker te bewonderen. Vooral in de winter is de Slechtvalk een gewonere verschijning aan het worden.
Tussen 1900 en 1990 waren er slechts 13 broedgevallen bekend in Nederland. Sinds 1990 stijgt dit aantal snel, deze vogel broedt nu onder andere in speciale nestkasten, hoog op elektriciteitscentrales. Volgens SOVON nam het aantal broedparen in de periode 1990-2007 toe van 1 tot boven de 40 in 2007. In 2009 is dit aantal gestegen tot rond de 60, er broeden nu in alle Nederlandse provincies Slechtvalken. In Vlaanderen waren in 2007 50 broedparen die 90 jongen groot brachten.
De soort is in 2004 nog als gevoelig op de Nederlandse rode lijst gezet, maar staat niet op de rode lijst in Vlaanderen.
De Slechtvalk bewoont klippen (kliffen) en ravijnen en broedt soms in bomen (op de Hooge Veluwe jaren 1970) of op de grond (Waddeneilanden, jaren 1926 en 1930, Zeeuws-Vlaanderen 2006, 2007). De soort is een bewoner van vrij open, afwisselende landschappen, met relatief minder bebossing. ’s Winters komt de vogel voor langs kusten en in moerassen, soms zelfs op kerktorens in dorpen en steden (bijvoorbeeld Brussel, Amerongen, Groningen en Deventer).
De Slechtvalk is een forse valk met een gemiddelde grootte van 43 cm. Ze hebben een lichte onderkant met dwarsbanden en een donkergrijze rug. Er is een brede, zwarte baardstreep. Bij de nominaatvorm F. peregrinus peregrinus is de rug donkergrijs en de onderdelen zijn crèmekleurig met donkere vlekken, wangen zijn wit en de donkere baardstreep (typisch voor alle valkachtigen) is duidelijk zichtbaar. De poten zijn geel, de snavel blauw-zwart en reeds vanaf de snavelbasis gekromd. De juvenielen zijn eerst bruin, alvorens dan de kleuren van de volwassen vogels aan te nemen. Verschillende lichte variaties kunnen optreden bij de 19 verschillende ondersoorten. Zoals bij de meeste roofvogels is het vrouwtje aanmerkelijk groter en zwaarder dan het mannetje (tot 30% zelfs).
De Slechtvalk is de snelst vliegende vogel met een snelheid van 349 km/u in duikvlucht. Inmiddels zijn er metingen gedaan bij een afgerichte Slechtvalk die wijzen op een nog hogere duiksnelheid, 389 km/u.
Vogels kijken in de Alentejo regio van Portugal, excursies met Nederlandse gids.