Gezien op Monte Horizonte in de Alentejo regio van Portugal. Grauwe Gors geluid
De Grauwe Gors (Miliaria calandra, Synoniem: Emberiza calandra) is een in West-Europa voorkomend lid van de gorzenfamilie. De soort broedt in Zuid- en Centraal-Europa, Noord-Afrika en Azië tot in Kazachstan. Het is voornamelijk een standvogel, hoewel sommige individuen uit de koudere gedeeltes van Centraal-Europa en Azië tijdens de winter naar het zuiden trekken. Ze is de enige vertegenwoordiger van het geslacht Miliaria.
Meer foto´s onderaan de pagina:
Een Grauwe Gors meet gemiddeld 18 centimeter van het puntje van de snavel tot het uiteinde van de staart en weegt gedurende het broedseizoen tussen de 38 en 55 gram. De soort onderscheidt zich van alle andere gorzen doordat beide seksen hetzelfde verenkleed hebben. Wel zijn de mannetjes ongeveer 20% groter dan de vrouwtjes. De vogels doen in het veld denken aan uit de kluiten gewassen leeuweriken.
De mannetjes van de soort zijn territoriaal en soms polygyn, met maximaal drie vrouwtjes. Omdat de verhouding tussen de seksen min of meer gelijk is betekent dit dat in de populatie ongepaarde mannetjes voorkomen. De nestbouw en de broedzorg worden vrijwel geheel door de vrouwtjes verzorgd, de mannetjes beginnen de jongen pas te voeden als deze enige weken oud zijn.
De zang doet denken aan het gerammel van sleutels, wat de soort de bijnaam de zingende sleutelbos heeft bezorgd. De roep is een scherp tsjip of tsie.
De soort broedt op de grond in een nestje van gras, gevoerd met haar, soms fijn gras. De grootte van het legsel varieert van 3 tot 6 grijsgespikkelde eieren; het gemiddelde ligt rond de vier. Ze worden in 12-14 dagen uitgebroed. De jongen vliegen na 12 dagen of meer. In gunstige zomers kan deze soort twee nesten na elkaar grootbrengen.
De Grauwe Gors komt voor in open, al dan niet in cultuur gebracht terrein met hier en daar bomen. Door de intensivering van de landbouw neemt de soort in Noordwest-Europa snel in aantal af. De voornaamste reden daarvoor is het verdwijnen van haar voornaamste voedsel: onkruidzaad en de voor het grootbrengen van de jongen onontbeerlijke insecten. Het was in de periode 1992-1997 in Nederland nog een schaarse broedvogel met ca. 130 broedparen. Rond het jaar 2000 was dat al weer minder, de vogel neemt sinds 1990 jaarlijks met meer dan 5% af. In Vlaanderen zijn weliswaar (nog steeds) meer Grauwe Gorzen, maar daar gaat de soort ook hard achteruit. In 1973-’77 waren er nog enkele duizenden, in 2005 zakte het bestand in Vlaanderen onder de 150 paar. De Grauwe Gors staat daardoor als ernstig bedreigd op de Nederlandse rode lijst en als bedreigd op de Vlaamse rode lijst.
Vogels kijken in de Alentejo regio van Portugal, Vogelreizens en Vogelexcursies met Nederlandse Gids.